Je bent niet ingelogd
Omschrijving:
Aanleg: Een groene muur wordt vaak toegepast uit esthetische overwegingen. Een groenblijvende, in de herfst sterk verkleurende en/of bloeiende plant die een (lelijke) muur bedekt, geeft sier- en belevingswaarde. Vaak worden klim- en of leiplanten toegepast. In opkomst, maar in Nederland nog weinig toegepast, is een intensievere vorm van gevelbegroening waarmee het door speciale constructies ook mogelijk wordt vaste planten en heesters tot grote hoogte tegen gevels te plaatsen. Het benutten van verticale oppervlakten is in opkomst door de steeds grotere druk op stedelijk groen (dus minder ruimte voor groen) en de behoefte om het stadsklimaat leefbaarder te maken (ecologische diversiteit, zuivering stadslucht, verlaging temperatuur in de zomer). Tot slot heeft gevelgroen een positief effect op de isolatie van een gebouw (geluid en temperatuur).
Beheer: Het beheer van klim- en leiplanten bestaat vooral uit het snoeien en aanbinden van de planten. Wanneer de wortelruimte beperkt is, dient bijgemest te worden. Bij genoemde intensieve vormen van gevelbegroening komt vaak bewatering en bemesting om de hoek kijken.
Voorbeeldsoorten:
Flora: Klimop en wilde wingerd zijn klimplanten die veel toegepast worden, maar ook blauwe regen, klimhortensia, vuurdoorn, clematis- en kamperfoeliesoorten. Verschillende leifruitrassen van druif, kiwi, appel of peer zijn ook mogelijk. Het nadeel van veel soorten is dat ze bladverliezend zijn, zodat de kale muur in de winter zichtbaar is.
Fauna: Gevelgroen trekt allerlei dieren aan, vooral vogels en insecten. Vogels zoals merel en winterkoning vinden er nest- en schuilgelegenheid en voedsel in de vorm van insecten.