Biodivercity

Home > Stadslandbouw > Biotoopfactsheet


PDF
Volkstuinen



Omschrijving:

Aanleg: Een volkstuincomplex is akkergrond, verdeeld in kleine percelen die door particulieren gehuurd worden. Daarop worden planten, groenten en fruit voor eigen gebruik geteeld. Volkstuinen kunnen in grote complexen gelegen zijn maar zijn soms ook kleinschaliger, bijvoorbeeld als schooltuin.

Beheer: Volkstuinen worden door de gebruikers onderhouden. Een volkstuinvereniging kan toezien op het gehele complex en eigen regels stellen.

Voorbeeldsoorten:

Flora: Vaak groeien in volkstuinen behalve groenten (witlof, koolsoorten, sla, wortelen, bietjes, bonen, pompoenen) ook kruiden (peterselie, selderij, salie, venkel, maggiplant) en sierbloemen (dahlia’s, asters, goudsbloemen, stokrozen, kaasjeskruid, zonnebloemen). Er kan kleinfruit geteeld worden (aardbeien, frambozen, bramen, rode en zwarte bessen) of boomfruit (appels, peren) of noten (hazelnoot, walnoot). De diversiteit aan gewassen is groot. Akkerplanten (klaproos, korenbloem, korensla, bleekgele hennepnetel, gele ganzebloem, akkerandoorn, slofhak, glad biggenkruid, echte kamille, valse kamille roggelelie) hebben hier hun groeiplaatsen. Een groot aantal van deze soorten zijn zeer zeldzaam geworden en staan op de Rode lijst.

Fauna: Op deze gewassen komen al of niet gewenste diersoorten af, zoals ongewervelde dieren (wormen, slakken, luizen, wespen, vliegen, hommels, bijen, vlinders), zoogdieren (muizen, mollen) en vogels (kneu, spreeuw, merel, ekster). Composthopen trekken allerlei ongewervelden dieren aan, en vormen overwinteringsplaatsen amfibieën en kleine zoogdieren. In ringslanggebieden hebben ze als broeihoop een belangrijke betekenis.

Kneu