Mossen en varens zijn vaak de opvallendste planten op (stads)muren, kades, bruggen en andere kunstwerken. Ze profiteren van vochtige plaatsen.
De stad herbergt allerlei kleine zoogdieren. Hoe groener de wijk hoe meer soorten kunnen profiteren van de dekking van het groen. Ook grotere soorten als bunzing, vos en das gebruiken het groen in de stad.
Vleermuizen in de stad profiteren vooral van een netwerk van bomenlanen, bosjes en wateren en foerageren in parken en bij wateren langs bosjes en kruidenrijke ruigten.
Ongewervelden vormen onze grootste soortengroep. Vlinders, libellen, spinnen en sprinkhanen zijn bekende voorbeelden. De stad kent vele typische soorten. Ze kunnen kleurrijk zijn maar vormen ook een belangrijk voedsel voor andere dieren. Daarnaast hebben vele soorten een belangrijke functie voor planten. Een gevarieerd aanbod aan biotopen is belang